Een tijdje geleden zegt een bewoner tegen mij: “Ik zit hier precies gevangen. Ik mag hier niet naar buiten.”
En daar kan ik haar eigenlijk wel een beetje gelijk in geven.
We proberen zoveel als mogelijk de bewoners naar buiten te nemen, maar nadien moeten ze terug naar binnen.
We hebben wel twee tuintjes waar ze zelfstandig in kunnen, maar daar zitten ze weer opgesloten, want dat zijn afgesloten tuintjes.
En ja, ge wilt hun zoveel mogelijk tijd buiten geven, maar dat is ook niet altijd mogelijk. En dan staan ze daar voor het raam, naar buiten kijkend, naar die vrijheid.
We botsen soms op de grenzen van de bewoner, wat hij of zij nog kan. Zeker in een vroeg stadium van dementie. De bewoner heeft dan nog het gevoel dat hij of zij veel nog kan, terwijl wij merken dat het niet meer zo goed lukt.
Maar we botsen ook erg op onze eigen grenzen. Doen wat we kunnen binnen de tijd die we hebben en ook beseffen dat dat soms niet genoeg is.
En daar kan ik haar eigenlijk wel een beetje gelijk in geven.
We proberen zoveel als mogelijk de bewoners naar buiten te nemen, maar nadien moeten ze terug naar binnen.
We hebben wel twee tuintjes waar ze zelfstandig in kunnen, maar daar zitten ze weer opgesloten, want dat zijn afgesloten tuintjes.
En ja, ge wilt hun zoveel mogelijk tijd buiten geven, maar dat is ook niet altijd mogelijk. En dan staan ze daar voor het raam, naar buiten kijkend, naar die vrijheid.
We botsen soms op de grenzen van de bewoner, wat hij of zij nog kan. Zeker in een vroeg stadium van dementie. De bewoner heeft dan nog het gevoel dat hij of zij veel nog kan, terwijl wij merken dat het niet meer zo goed lukt.
Maar we botsen ook erg op onze eigen grenzen. Doen wat we kunnen binnen de tijd die we hebben en ook beseffen dat dat soms niet genoeg is.